Het park

Ontstaan van Bobbejaanland

Bobbejaanland is als attractiepark onplanmatig ontstaan vanuit de muzikale carrière van de zanger-gitarist Bobbejaan Schoepen, die na vijftien jaar internationale tournees stilaan een vaste stek zocht. In 1959 kocht hij in het Kempische dorp Lichtaart (Kasterlee) een moerassig domein van 30 hectaren, genaamd het “Abroek”. De buurt verklaarde hem haast gek, toen bleek welke grootse plannen hij er mee had. Hij liet het terrein uitbaggeren, bouwde er een theaterzaal met 1000 plaatsen en legde een zwemvijver met 2,2 kilometer strand ernaast. Op 31 december 1961 werd het park officieel geopend door Bobbejaan Schoepen zelf en zijn vrouw Josée Jongen.

De naam “Bobbejaanland” werd bedacht door zijn manager Jacques Kluger. Centraal in het jonge Bobbejaanland stonden waterpret, Texas-treinen, monorails en carrousels, maar vooral show. Tot het midden van de jaren 70 was het park in feite een variété-centrum, met elke dag een reeks voorstellingen van telkens anderhalf uur. Er traden vooral artiesten op uit België, Nederland en Duitsland, al dan niet in het programma van Schoepen zelf. De bekendste namen zijn: Louis Neefs, Rocco Granata, Staf Wesenbeek (vader van Lynn), Leo Martin, Will Ferdy, Will Tura, Bobby Setter, Jimmy Ross (alias Mel Turner), Jan Theys, Staf Permentier, Liliane Saint-Pierre, de Duitse actrice en zangeres Ilse Werner, en haar bekende landgenoten Rex Gildo, Michael Holm, en de Nederlander Rudi Carrell (die voor enkele jaren Schoepens buur werd). In februari 1969 organiseerde de toenmalige BRT de TV-show “Uit met Bobbejaan”, opgenomen in en uitgezonden vanuit Bobbejaanland.

De eerste attracties

Tot midden jaren 70 waren de zwemvijvers en stranden de centrale attractie. Middelgrote attracties zoals de “Paardenmolen” en de “Kleine Monorail” vormden de aanzet tot het “pretpark” dat er vanaf 1975 ontstond. Toen er binnen korte tijd twee bezoekers verdronken, werd de zwemgelegenheid definitief afgeschaft. Op advies van Phantasialand-eigenaar Gottlieb Löffelhard komt er een eerste grote attractie, het Spookhuis – een indoor dark ride die na een testjaar vervangen werd door het Reuzenrad. In 1978 komt er weer een TV-show: “30 jaar Bobbejaan” (BRT). Schoepen leerde in die periode Jef Nys kennen, die in datzelfde jaar “Jommeke in Bobbejaanland” uitbrengt. In Bobbejaanland zelf komt een “Jommekesland” tot stand. Dat bood een ritje op een mechanische stier en een grote speeltuin.

In 1979 werd de “Looping Star” aangekocht, een rollercoaster die jarenlang de trekpleister vormde van het park. De “Wildwaterbaan” kwam er in 1980, maar ging tijdens de constructie gedeeltelijk in vlammen op door een kortsluiting. De attractie was nog niet verzekerd en de financiële schade liep op tot 11 miljoen BF. De Wildwaterbaan werd hetzelfde seizoen toch nog operationeel.

In de tweede helft van de jaren ’70 vond het park ook zijn eigen stijl in de western-thematiek: er werd een interactief cowboydorp gebouwd met daarin een saloon, een jail, een hotel, een blacksmith, een postkantoortje waar je effectief kaartjes kon posten, en een bank waar het publiek geldmunten kon wisselen. Een van de attracties was “De Elektronische Poppenshow”, een geprogrammeerde country-voorstelling waarin de artiesten van het theater (ook Bobbejaan Schoepen zelf) als mechanisch werkende poppen een medley-repertoire brachten. Het was een van de eerste indoor attracties die afgestemd was op het Belgische weertype. In die tijd werd ook het schommelschip “Santa Maria” gebouwd.

Eind jaren ’70 werd er een museum geopend met kunstwerken uit de Hopi en Navajo-cultuur. De collectie werd uit Phoenix (Arizona) overgebracht door mevrouw Schoepen. Ze begeleidde haar man ook dagelijks bij enkele duetten, tot in 1978 een probleem met de stembanden een eind maakte aan haar zangcarrière (in 1959 behaalde ze de eerste prijs aan het conservatorium met een vertolking van Bach).

Einde van de variété

Begin jaren ‘80 was Bobbejaan Schoepen nog steeds het podiumbeest dat in het hoogseizoen dagelijks drie tot vijf optredens van telkens vijfenveertig minuten gaf. Medio jaren 80 werden de variété-shows gebalder en afgestemd op een steeds internationaler publiek. Wanneer artsen in 1989 vernauwingen aan zijn hart vaststellen, is hij voor de eerste keer afwezig in zijn eigen theater. Hij krijgt vijf overbruggingen maar gaat nadien snel weer aan het werk. In die zelfde periode maakte een risico-operatie aan de verstandskiezen waarbij een zenuw werd geraakt een definitief einde aan Schoepens virtuoze fluittalent. Het attractiepark domineert inmiddels de variété, en de zakenman de artiest. Hij blijft toch doorzingen, zij het met meer gebalde shows die onvermijdelijk ten prooi vallen aan de routine van het attractiepark.

Uitbouw van attracties

In de jaren 80 volgde er een verdere uitbouw van het attractie-aanbod. In augustus 1982 zette een ontplofte alternator een groot deel van België zonder stroom. Ook Bobbejaanland ligt grotendeels lam en krijgt te maken met ingeslagen kassa’s van klanten die hun geld terugeisen, maar niet weten dat het probleem verder reikt. Toen datzelfde jaar een brand ontstond in de “Achtbaan” (Schwarzkopf), werd deze vervangen door een nieuwe ride, genaamd “Wervelwind” (de dubbele kurkentrekker van Vekoma). De jaren nadien ging de aandacht vooral naar infrastructuur en de aankoop van middelgrote attracties. In de hoogzomer van 1985 werd de “Rainbow” aangekocht; in 1987 de “Breakdance”, “Condor”, en de “Air Race” (heden “Dreamcatcher”). Dit is een van de eerste hangende achtbanen ter wereld, in dit geval met hangende vliegtuigjes.

Vanaf begin jaren ’80 trok het park ook meer buitenlanders aan. In de jaren ’90 bestond bijna de helft van de bezoekers uit Nederlanders, Luxemburgers, Duitsers en Fransen. Een van de trekpleisters die het park een positieve impuls gaven is de “Revolution” (1989), een indoor rollercoaster die zich wentelt rondom een groot projectiescherm en een duikvlucht neemt door allerlei lichteffecten. Deze achtbaan heeft tevens het langste treintje ter wereld. De “Indiana River” uit 1991 is een attractie in Aztekenstijl, een concept dat door Bobbejaan Schoepen zelf werd uitgedacht. Ook het Kinderland uit 1995, een speelpaleis van 7000 m² met achttien attracties, is aan zijn fantasie ontsproten.

Buitenbeentje

Vanaf begin jaren ’90 engageren ook drie van de vijf kinderen zich permanent voor het park, waarvan Jacky het meest in het oog springt. Bobbejaanland wordt gefinetuned tot in de details, en is naar eigen zeggen het eerste attractiepark ter wereld dat doorgedreven milieuvriendelijke accenten legt. Het meest in het oog springende initiatief op dit vlak is een windturbine (2002) van ca. zeventig meter die voor energie zorgt in de regio en waaraan ook een museum voor alternatieve energiewinning is verbonden. De aankoop van deze wereldprimeur komt er onder impuls van Jacky Schoepen, die zich inmiddels heeft opgewerkt tot in de leiding van het bedrijf. In die periode ontstond er ook de idee van ‘leerrijke pret’. Zo werden er educatieve rondleidingen georganiseerd naar de mechanica en fysica van de attracties onder de technische begeleiding van het park zelf. Ook vanuit een breder perspectief kan het park als een buitenbeentje onder de Europese pretparken worden beschouwd: Bobbejaanland is waarschijnlijk een van de weinige pretparken dat zijn identiteit heeft gebouwd rond de carrière van een zanger-artiest (het ouderlijk huis bevond zich ook in het park zelf). Filosoof Etienne Vermeersch merkte in dit verband op: “In tegenstelling tot bijvoorbeeld het Franse Disneyland is dit pretpark organisch gegroeid vanuit een elementaire kern.” Bobbejaanland heeft een zeer geleidelijke groei gekend vanwege z’n familiale bedrijfsstructuur. Bobbejaan Schoepen koos er ook bewust voor om niet naar de beurs te gaan of extra parken te kopen, wat volgens hem op termijn alleen maar nefast zou zijn. Zo vroeg hij tijdens een vergadering van Belgo Parks aan Walibi-baas Meeùs waarom die geen vier pijpen tegelijk rookt. Meeùs antwoordde verwonderd: “Ik heb toch genoeg met ééntje?”, waarop een eigenzinnige Schoepen grapte: “Waarom koop je dan wel vier pretparken?”.

2004: Een keerpunt in de geschiedenis van Bobbejaanland

In 1999 werd bij Schoepen darmkanker vastgesteld, wat de idee aanzwengelde om zijn levenswerk van de hand te doen. Niet stoppen betekent echter doorgaan en in de winter van 2003 wordt een investering van bijna 12 miljoen euro gedaan voor enkele nieuwe attracties Typhoon en Sledgehammer). Dat jaar voert Test-Aankoop een vergelijkend onderzoek van 13 Europese parken uit. Bobbejaanland komt er voor vrijwel alle aspecten uit als meest gewaardeerde park in België, en krijgt op Europees niveau de tweede plaats samen met Disneyland en het Parc Astérix. (Test-Aankoop magazine 477, juni 2004) De beslissing om het park te verkopen valt toch in april 2004, na een voorbereidingsfase van meer dan drie jaar. Bobbejaanland wordt overgenomen door Parques Reunidos, een Spaans-Amerikaanse pretparkengroep. Alle speculaties ten spijt blijft het tot de laatste minuut onzeker of de stichter zijn handtekening zal plaatsen. Bepalend is uiteindelijk de onzekerheid over de continuïteit in de toekomst in de wereld van de pretparken. De Schoepens nemen het zekere voor het onzekere, een keuze die de stichter het meest evident lijkt. Als het reportageprogramma Terzake hem na de verkoop vraagt of hij voor het grote geld gekozen heeft, antwoordt Schoepen, voor zich uit starend, “Wat ben ik met al dat geld, ik kan maar twee keer per dag eten.”

Bobbejaan Schoepen kan worden beschouwd als de artistieke trekpleister van het park, zijn vrouw Josée (de oudste van achttien kinderen) als de leidinggevende ruggengraat en haar zus Louise (Wies) als de basis op het vlak van boekhouding en financiën. De sleutel tot de werking van dit familiebedrijf lag in de vertrouwensband binnen dit triumviraat en in hun arbeidsethos, dat vanaf de jaren ’90 werd versterkt door drie van de vijf kinderen. Met de verkoop verdween in België het laatste familiebedrijf in de sector van de pretparken. Bobbejaan Schoepen en zijn vrouw woonden nog tot hun overlijden op het domein…

Met dank aan Tom Schoepen